In dit Lustrum jaar blikken we met regelmaat terug op de 90 jaar dat onze mooie club bestaat. Met dank aan Susan en Astrid van de Hockey communicatie commissie!

Uit de Lustrum archieven

“Wie had destijds kunnen bevroeden, dat een vereniging die ontstond uit de samenvoeging van de hockeyers van het Christelijk Lyceum en de internisten van het jongensinternaat aan de Krakelingweg, zou uitgroeien tot een van de grotere clubs in Nederland met ruim 1500 hockey- en 700 golfleden. We zijn destijds begonnen op één hobbelig grasveld met kalklijnen en twee houten doelen. En als er cricket werd gespeeld werden de doelen weggedragen. Ons clubhuis was een groenhouten schuurtje, de douche was de waterpomp daarnaast…”
Deze woorden zijn terug te vinden in het begin van het jubileumboek ‘Schaerweijde 75 jaar oud en jong gebleven’ van het lid van het eerste uur, de toen 90 jaar jonge heer W.J. Salomons.”
Inmiddels is onze vereniging in 2022 uitgegroeid tot bijna 3000 hockey- en golfleden. Hoe is het allemaal begonnen? We nemen jullie mee naar 1932-1940.

1932-1940

Het eerste decennium van de vereniging Schaerweijde stond in het teken van groei. Hockey was een elitaire sport en voor veel leden een manier om in contact te komen met het andere geslacht. Het kan ook zijn dat de activiteiten op en rond het hockeyveld een welkome afwisseling waren om even los te komen van een wellicht wat armoedig of somber leven. Het was immers crisistijd in Nederland.

Wat was de aanleiding voor het oprichten van een hockeyclub? Op een feest van Kampong in een van de zalen van de Jaarbeurs ontstond het idee. De oprichting door onder andere voorzitter Hein Bottinga is enkele dagen later een feit. Op de grond van de Schaerweijdse Bosschen N.V. – in het bezit van een groep rijke Zeistenaren – krijgt de club zijn eerste eigen veldje. De aanwezigheid van de hockeyclub wordt als aantrekkelijk gezien bij de aanbouw van de nieuwe wijk Lyceumkwartier. Enkele aspirant-leden gingen zelf met de schep aan de slag: koeienvlaaien opruimen, het weiland egaliseren, gras maaien. Lijnen kalken en doelen plaatsen. Twee houten keten dienden als kleedkamer en de boerderij van boer Lodewijks bood was- en toiletgelegenheid. Emmers water werden meegenomen om thee te maken.

Bij de oprichting telde de club 40 leden. De meeste zaten op het Lyceum. Ook een twaalftal jongedames van het meisjesinternaat was lid. Binnen een tijdsbestek van een jaar was het aantal leden verdubbeld. Het eerste decennium van de vereniging Schaerweijde stond in het teken van de oprichting en groei. In het begin worden er nog geen wedstrijden bij Schaerweijde gespeeld. Schaerweijde kende destijds al een redactie, iedere maand werd een informatief, onderhoudend blad ’t Schaertje geproduceerd. Kosten 0,20 ct voor een los nummer, abonnees betaalden 1 gulden per jaar.

Een terugkerend onderwerp van discussie is het damestenue. Lang wordt er gesproken over een tenue dat ieder figuur goed zal staan. Sommige dames verschijnen niet in de verenigingskleuren omdat ze die niet mooi vinden. Een oproep om niet ijdel te zijn, zorgt er uiteindelijk voor dat ze verschijnen in de kleuren rood-zwart, shirt en overgooier met het Schaerweijde-embleem. Tegenstanders in die tijd zijn: Hilversum, Gooi, Laren, Amersfoort, Be Fair en SCHC. In 1936 wordt Schaerweijde toegelaten tot de Nederlandse Hockeybond.

Omdat Schaerweijde nog steeds niet beschikt over een eigen clubhuis, worden er op de Woudenbergseweg nr. 17 in theehuis ‘De Krakeling’ de zogenaamde Krakelingavonden georganiseerd. Met één consumptie kon je de hele avond doen. Niet verkeerd als je krap bij kas zat. In 1939 waren er hard nieuwe leden nodig om de kosten te dekken. De sportieve prestaties vielen tegen, teruglopend ledental, geen clubhuis. Het waren moeilijke tijden voor het nog betrekkelijke jonge Schaerweijde.

De volgende episode gaat over de periode 1940-1945